Uitloop van onderzoekstrajecten door COVID-19: onderzoeksinstellingen werken aan oplossingen

Door de COVID-19-crisis ligt veel onderzoek stil. Onderzoekers hebben geen toegang meer tot labs of collecties, kunnen geen data verzamelen, of zetten zich in het ziekenhuis in. Dit heeft een grote impact op het Nederlandse onderzoek en plaatst onderzoekers voor grote uitdagingen. In het bijzonder is er aandacht voor de gevolgen voor onderzoekers met tijdelijke contracten. Samen met het Promovendi Netwerk Nederland en PostdocNL werken VSNU, NFU, NWO en ZonMw (1) aan oplossingen voor de knelpunten die deze (jonge) onderzoekers ervaren. De uitgangspunten hierbij zijn dat gezondheid belangrijker is dan onderzoek, dat onderzoek in alle redelijkheid de kans moet krijgen om te worden afgemaakt en dat maatwerk nodig zal zijn om recht te doen aan de diversiteit aan problemen.

Gezondheid is belangrijker dan onderzoek

Tijdens de coronacrisis is primair het welzijn en de gezondheid van deze onderzoekers van belang. De universiteiten, umc’s en kennisinstituten zorgen voor maatwerk, en hebben daarbij extra aandacht voor groepen die dat nodig hebben door bijvoorbeeld zorgtaken of gezondheidsproblemen. De verantwoordelijkheid om te beslissen voor welk onderzoek aanwezigheid in faciliteiten noodzakelijk is en door moet en kan gaan, ligt bij de decanen of instituutsdirecteuren. Dat doen zij op basis van advies van de vakgroepsleider en met inachtneming van de RIVM-richtlijnen. Bij twijfels of wanneer onderzoek onterecht als noodzakelijk wordt aangemerkt, zijn decanen en instituutsdirecteuren het eerste aanspreekpunt. Mocht het nodig zijn dan blijven vertrouwenspersonen beschikbaar voor advies.

Bestaand onderzoek dat vertraging oploopt moet kunnen worden afgemaakt

Waar er problemen of vertraging ontstaan ten gevolge van de COVID-19-crisis is ons leidende principe dat we alle bestaande onderzoeksprojecten in alle redelijkheid en op een geschikt moment willen afmaken.

Maatwerk

We willen dat er passende mogelijkheden worden geboden om het onderzoek af te ronden. Mogelijke voorbeelden van maatwerk kunnen bijvoorbeeld worden gevonden in termen van extra tijd en/of geld bij vertraging, het aanpassen van de onderzoeksopzet of (deel)probleemstelling, of (waar mogelijk) het bijstellen van het ambitieniveau. Dit is ook afhankelijk van de financieringsbron en de afspraken die daarmee gemaakt worden. Wat er nodig is, zal afhangen van veel factoren, zoals het onderzoeksgebied, het type onderzoek en

Uitloop van onderzoekstrajecten: onderzoeksinstellingen werken aan oplossingen 8 april 2020 2 het stadium van dit onderzoek. Het maatwerk moet gevonden worden in overleg tussen de betrokken onderzoeker en bijvoorbeeld decanen, instituutsdirecteuren, graduate schools of vakgroepleiders, afhankelijk van wie het best gepositioneerd is om dit maatwerk te leveren en daarover kan besluiten. PNN, PostdocNL, VSNU, NFU, NWO en ZonMw blijven daarbij in gesprek over de kaders voor dit maatwerk. Om te zorgen dat promoties doorgang kunnen vinden, is het digitaal promoveren inmiddels bij alle instellingen mogelijk. De promovendus krijgt zo veel mogelijk zelf de keuze tussen een digitale promotie of uitstel tot een latere datum. In overleg met de promovendus wordt gezocht naar een geschikte datum, waarbij rekening gehouden wordt met de al ingeplande promotieplechtigheden en voorkomen wordt dat er te veel promoties in een te korte periode plaatsvinden. Alle instellingen communiceren zelf over de eigen procedure rondom hun digitale promotieplechtigheden. Deze tijd geeft ook een extra impuls aan ons streven om op een andere manier naar onze wetenschappelijke activiteiten te kijken, en deze anders te ‘erkennen en waarderen’. Dit kan ook bijdragen aan maatwerkoplossingen. We willen minder focus op kwantitatieve output en werken aan een cultuurverandering om de kwaliteiten en prestaties van wetenschappers breder te erkennen en te waarderen. Zo is bij proefschriften of bij andere vormen van beoordelingen het aantal publicaties geen maatstaf voor een proeve van bekwaamheid. Ook kan een andere invulling van onderzoeksprojecten tot gelijkwaardige kwaliteit leiden. Alle oplossingen blijven maatwerk, maar in zijn algemeenheid roepen we op om in deze bijzondere tijd breder te kijken in het ‘erkennen en waarderen’ van de bijdrage van eenieder. Deze ontwikkelingen dragen niet alleen bij aan het oplossen van de huidige situatie, maar dragen ook bij aan en zijn onderdeel van de onomkeerbare transitie naar het nieuwe erkennen en waarderen.

In gesprek met de ministeries van OCW, EZK, VWS en SZW

We zijn in gesprek over de kosten van uitloop en gevolgen op lange termijn met het ministerie van OCW alsmede EZK en VWS. Met een bijdrage van de overheid kan de uitloop van onderzoek immers worden gefinancierd. Bovendien zijn we in gesprek met andere financierders, zoals bedrijven of internationale subsidieversterkers als de EU, om ook daar voor maatwerkoplossingen steun te krijgen. Ook gaan we de minister van SZW vragen om toestemming voor een tijdelijke coronaontheffing van de regels in het burgerlijk wetboek (artikel 7:668a lid 8 BW), zodat we de contracten van (postdoctorale) onderzoekers langer dan vier jaar kunnen laten duren of hun aanstelling vaker dan twee keer kunnen verlengen. Deze ontheffing biedt ook verlenging aan de verblijfsvergunning van internationale werknemers die een aflopend tijdelijk dienstverband hebben. Voor deze groep bepleiten we bovendien soepelheid door de IND in het beoordelen van hun aanvragen. Voor promovendi verwachten we geen wettelijke beperkingen om in geval van maatwerkoplossingen het contract te verlengen. Voor tenure trackers is een beperkte mogelijkheid tot verlenging al wettelijk geregeld. Ook hiervoor gaan we het gesprek aan met SZW om onze positie duidelijk over te brengen.

(1) Voor ZonMw geldt dat niet alleen academische onderzoekers te maken hebben met de effecten van de coronacrisis; dit geldt uiteraard ook voor een veelheid aan projecten in andere domeinen dan het academische. ZonMw heeft hiervoor uiteraard ook aandacht; in deze tekst wordt daar nu verder niet op ingegaan.